In de rubriek ‘In The Picture’ staat iemand uit de wereld van sport en cultuur-techniek centraal. De persoon in kwestie gaat aan de hand van tien vragen in op zijn of haar werk en leven. In deze aflevering: Theo Verhagen (58), manager openlucht accommodaties bij de gemeente ’s-Hertogenbosch.
Hoe zou jij jezelf willen typeren?
“Ik denk dat anderen daar beter over kunnen oordelen. Ik ben wel een sociaal type, denk ik. En heel betrokken bij de clubs en de mensen waarmee ik samenwerk. Zoals mijn naaste collega’s op de afdeling Sport en Recreatie: Henrie Bekkers (fieldmanager of the year 2015) en Peter Lindsen.”
Met drie man zorgen jullie voor het beheer en onderhoud van zo’n 75 sportvelden in de buitenlucht: 25 kunstgrasmatten en 50 natuurgrasvelden op het gebied van vooral voetbal, hockey, rugby, handbal, korfbal, honk- en softbal en atletiek. Daarnaast verhuur je namens de afdeling veel grond voor allerlei vormen van openluchtrecreatie: van volkstuinen tot hondensportveldjes. Een hele verantwoordelijkheid voor zo’n klein team! “Er komt inderdaad veel op ons af. Ik doe dit werk nu alweer 22 jaar. Vergeleken met mijn beginperiode als manager openlucht accommodaties is het veel drukker. Dat komt ook door de uitbreiding van ’s-Hertogenbosch in de loop der jaren met enkele kernen. De gemeente herbergt daardoor meer verenigingen. Logisch gevolg is een toename van de wensen van clubs qua aanleg en onderhoud van buitensportaccommodaties. De gemeente is eigenaar van alle sportterreinen, behalve van de golf- en tennisbanen. Voor de komende jaren staan onder meer een dertiende hockeymat en vijf kunstgras-voetbalvelden op de planning. De samenwerking met mijn collega’s, onder meer van beleidszaken, is prima. Door alle werkzaamheden goed en evenwichtig op elkaar af te stemmen en met hulp van opzichters, toezichthouders en seizoenpersoneel redden we ons prima.”
Hoe is de onderlinge taakverdeling?
“Ik ben vooral op kantoor te vinden en houd me bezig met bedrijfsmatige, economische en begrotingstechnische zaken. Daaronder vallen het afsluiten van huurcontracten en erfpacht-overeenkomsten. Daarnaast stuur ik renovatie- en nieuwbouwprojecten aan. Henrie richt zich als beheerder van de buitensportaccommodaties op het onderhoud van de sportvelden en de werkvoorbereiding. Zoals het schrijven van bestekken en uitzetten van aanbestedingen. Collega Peter Lindsen geeft in de zomer leiding aan het seizoenpersoneel bij de strandbaden. De uitvoering van het reguliere onderhoud is in handen van de sociale werkvoorziening: in feite onze huisaannemer. Die beschikt behalve over deskundige medewerkers over een mooi en kwalitatief hoogstaand machinepark. Grote klussen als het renoveren en aanleggen van sportparken en -velden besteden we uit. Ik en Henrie delen onze kennis en praktijkervaringen graag op landelijk niveau. Bijvoorbeeld voor de BSNC, waar ik zelf met veel plezier lid ben van de Commissie Kunstgras. Daarnaast maak ik als afgevaardigde van de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) deel uit van de zogeheten normalisatiecommissie van sportkoepel NOC*NSF.”
Je kan een mooi cv overleggen. Waar heb jij voorafgaand aan je periode bij de gemeente ’s-Hertogenbosch gewerkt?
“Voor de gemeentelijke herindeling in 1996 was ik elf jaar actief voor de toenmalige gemeente Rosmalen. Bij de sociale werkvoorziening vulde ik daar diverse, cultuurtechnische functies in. Zoals het beheer van de sportvelden en van het openbaar groen. Bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heb ik verder drie jaar gewerkt als opsporingsambtenaar van de Plantenziektekundige Dienst. In die rol was ik verantwoordelijk voor de opsporing van de iepenziekte, bacterievuur en inspecteerde ik boomkwekerijen. En nu geef ik sinds 1996 in ’s-Hertogenbosch dus leiding aan de bedrijfsunit openluchtaccommodaties. De combinatie van het cultuurtechnische en bedrijfseconomische aspect spreekt me bijzonder aan in mijn huidige werk. Het is voornamelijk een kantoorfunctie. Af en toe breng ik een werkbezoek ‘in het veld’ aan een club of vereniging. Dat vind ik heerlijk om te doen en zie ik als een soort uitje. Ik vind het prettig om met eigen ogen te zien hoe de velden erbij liggen.”
Hoe kijk je tot dusverre terug op je loopbaan in de (buiten)sportsector?
“Met een voldaan gevoel. Want het is me allemaal niet aan komen waaien. Door de jaren heen heb ik veel in mezelf geïnvesteerd door avondstudies te volgen: bedrijfskunde aan de HTS en waterbeheer en natuurontwikkeling aan de Hogeschool van Hall Larenstein in Velp. Aan de MLTS Breda volgde ik de opleiding opzichter-uitvoerder cultuurtechniek met als studierichting: de aanleg en het onderhoud van groenvoorzieningen. Hoewel ik mijn huidige functie al ruim twintig jaar uitoefen, heb ik het nog altijd prima naar mijn zin bij de gemeente. De sportsector is altijd in beweging. Er zijn steeds nieuwe ontwikkelingen in de branche. Bijvoorbeeld op het gebied van machines en werkmethoden. De kwaliteit van natuurgras- en kunstgrasvelden wordt steeds beter. Mijn collega Henrie maakt nu al veel werk van de manier waarop we straks zo goed mogelijk in kunnen spelen op het chemievrij beheer van sportvelden vanaf 2021.”
Heb je altijd interesse gehad in sport en cultuurtechniek?
“Ik groeide als jongste zoon met mijn drie zussen en oudere broer op in Den Dungen, een dorp vlakbij ’s-Hertogenbosch dat nu deel uitmaakt van de gemeente Sint-Michielsgestel. Ik voetbalde graag en speelde handbal. Hoewel ik me heel erg thuis voel in de wereld van de buitensportaccommodaties, ligt mijn hart bij de natuur, landschap en bosbouw. Stel dat ik een ander beroep had moeten kiezen, dan werkte ik nu waarschijnlijk bij een organisatie als Staatsbosbeheer of het Waterschap.”
“Ik was en ben een echte groenliefhebber. Als jongen wilde ik graag boswachter worden. De natuur heeft altijd een grote aantrekkingskracht op mij uitgeoefend. Thuis hadden we een boerderij, een gemengd bedrijf met onder meer koeien en kippen. Daarnaast teelden we bonen. Vanaf mijn elfde werkte ik voor een extra zakcentje bij een plaatselijke groentekwekerij. Dat heb ik jaren met plezier gedaan. Bovendien kon ik met het verdiende geld, toen ik wat ouder was, lekker gaan stappen. Ik heb een fijne jeugd gehad en ben heel dankbaar dat we onlangs op 10 februari de honderdste verjaardag van mijn moeder mochten vieren. Heel bijzonder om mee te maken.”
Hoe ontspan jij je? Wat zijn je hobby’s?
“Eigenlijk teveel om op te noemen. Wij wonen in een oude monumentale boerderij met daarbij een groente- en bloementuin en een dierentuintje met dwerggeiten, schapen en kippen. Werk genoeg dus. Daarnaast fotografeer ik graag en maak ik deel uit van het bestuur van de heemkundevereniging. De laatste vijf jaar heb ik vanwege een grote brand veel tijd besteed aan het opbouwen en opknappen van onze boerderij. Dat hebben we in voornamelijk in eigen beheer gedaan met hulp van vrienden en familie en daarnaast van zzp’ers en bedrijven. Daar waren zo veel uren mee gemoeid, dat ik nu heel aardig uit de voeten kan als bouwvakker.”
Waar kunnen ze jou ’s nachts voor wakker maken?
“Laat mij maar lekker liggen hoor, hahaha. Ik sta wel graag vroeg op voor een mooie fotoreportage van een prachtig landschap of een heerlijke vakantie in prachtige streken als Toscane of Alpenlanden zoals Oostenrijk. Ik kan behalve van de schitterende omgeving ook heel erg genieten van de cultuur en prachtige kerken en gebouwen in Italiaanse steden als Siena en Florence.”
Heb je een persoon waar jij je aan spiegelt. Een inspiratiebron?
“Ik heb niet echt een voorbeeld. Je kunt van iedereen wel iets leren. Zowel in je persoonlijke leven als op zakelijk gebied: van je ouders, collega’s en mensen die je tijdens je werk tegenkomt. De BSNC is daar ook een goed voorbeeld van. Bij de branchevereniging draait immers alles om het delen, uitwisselen en ontwikkelen van kennis en informatie over de aanleg en onderhoud van buitensportvoorzieningen.”
Op welke gebieden kunnen er in de sportsector stappen gezet worden. Waar liggen de toekomstige uitdagingen?
“Dan denk ik met het oog op de Green Deal Sportvelden aan het vinden van innovatieve oplossingen voor het toekomstige, verplichte chemievrij beheer. In ‘s-Hertogenbosch zijn we ook bezig met het vinden van goede alternatieven voor kunstgrasvelden met infill van SBR-rubbergranulaat. Zoals hybride velden, TPE of EPDM. In eerste instantie denken we niet aan kurk. Doel is dat de gebruikers op een zo stabiel en veilig mogelijke ondergrond kunnen sporten.”
“Een andere uitdaging is om antwoord te krijgen op een prangende vraag: hoe krijgen we de KNVB zover dat we de voetbalvelden op zondag efficiënter en intensiever gaan benutten? Een probleem waarmee veel gemeenten en clubs al jaren worstelen. De KNVB is vaak terughoudend in dit soort kwesties. Veranderingen gaan te langzaam. Waarom plant de voetbalbond niet -net zoals bij hockeyclubs- meer jeugdwedstrijden in op zondagen. Of organiseer anders een jeugdcompetitie op vrijdagavonden. Zodat niet alle duels op zaterdag afgewerkt worden. En de velden een dag later in de middaguren nagenoeg onbespeeld blijven. Zorg dus voor een betere spreiding over het weekend. Op die manier lossen we het veelbesproken capaciteitsprobleem op. Dat zou heel erg prettig zijn.”