Het kan niet op! BSNC mag opnieuw een BVO als kersvers lid begroeten. Dat heeft alles te maken met de samenwerking tussen de branchevereniging en Feyenoord, Ajax, PSV, FC Utrecht, FC Groningen, Go Ahead Eagles én NEC voor de Open Dag Fieldmanagement. De Eredivisieclub uit Nijmegen was ook al van de partij tijdens de eerste editie van het evenement in 2015. Studenten uit het beroepsonderwijs brengen op 6 april opnieuw een ‘werkbezoek’ aan stadion De Goffert.
Het onderhoud van het natuurgrasveld in de knusse Nijmeegse voetbaltempel is in goede handen van de groundsmen Daan van Grootveld en Wim van Erp. Niet de eersten de besten: zij ontvingen samen met stadionmanager Theo van Benthum een fraaie schaal voor ‘Het beste veld van de Jupiler League’ in het seizoen 2014-2015. De studenten mogen tijdens de Open Dag Fieldmanagement de mat in het Goffertstadion betreden en het ‘heilige’ gras ruiken, voelen en proeven. “De eerste editie van het evenement kan ik me nog goed herinneren. De studenten waren twee jaar geleden enthousiast over het evenement”, benadrukt stadionmanager Theo. “De open dag is bedoeld om jongeren te enthousiasmeren voor een carrière in de sportveldensector. Daarnaast willen we samen met de BSNC aantonen dat het onderhoud en beheer van sportvelden écht een vak is dat veel specialistische expertise vraagt. Het zou heel mooi zijn als een bezoek aan de open dag leidt tot bijvoorbeeld een stage bij NEC.”
BSNC
De contacten van Theo met de branchevereniging lopen vooral met directeur Ben Moonen. “BSNC is een organisatie met veel specifieke en actuele kennis over aanleg, onderhoud en beheer van buitensportaccommodaties. En uiteraard ook gras. De leden versterken elkaar door het delen en ontwikkelen van die aanwezige kennis. Dat biedt zeker ook voor ons als BVO meerwaarde. Bovendien houdt de BSNC veel bijeenkomsten voor haar leden. Een heel actieve club dus.”
Voetbalacademie
De trainingsaccommodatie van NEC ligt bij het Goffertstadion. “Daar trainen en spelen ook de jeugdteams en de leden van de voetbalacademie”, vertelt Theo. “Het complex bestaat uit twee natuurgrasvelden én drie kunstgrasvelden: twee grote en een mat met iets kleinere afmetingen. Onlangs hebben we de toplaag van de twee grote kunstgrasmatten vervangen met infill van kurk. Dat lag overigens al in de planning. Al voor de discussie over de risico’s van rubbergranulaat losbarstte. Het kleinere kunstgrasveld is overigens nog wél gevuld met infill van SBR.”
De NEC-groundsmen Daan en Wim onderhouden ook de vijf velden op het trainingscomplex. “Zelf heb ik ook een opleiding gevolgd”, vertelt Theo. “Gras is mijn hobby. Een onderhoudsploeg van tien man helpt en ondersteunt ons bij de diverse werkzaamheden in en rond het stadion. Toen ik in 1996 begon als stadionmanager was de gemeente Nijmegen verantwoordelijk voor het onderhoud. Al snel na mijn komst zijn we dat zelf gaan doen. Met een gemiddeld budget. We maken geen gebruik van moderne methoden als assimilatieverlichting, geavanceerde meet- en besturingstechnieken uit de tuinbouw of GPS. Wij doen het nog gewoon op de ‘ouderwetse’ manier.”