De groundsmen Daan van Grootveld en Wim van Erp en stadionmanager Theo van Benthum van BSNC-lid NEC verdienen een dikke pluim. De BVO uit Nijmegen League sleepte onlangs voor de tweede keer de schaal in de wacht voor het beste voetbalveld van de Jupiler League. Eerder gebeurde dat in het seizoen 2014-2015.
Een hele mooie blijk van waardering”, aldus Theo. “Zeker omdat we het onderhoud plegen met een bescheiden budget. We doen het daarom nog op de ouderwetse manier. We maken geen gebruik van moderne methoden als groeilampen en geavanceerde, computergestuurde technieken. Daar ontbreekt het geld simpelweg voor.”
Theo stuurt als stadionmanager de ervaren greenkeepers Daan en Wim aan, bewaakt het budget en verzorgt de planning van het groot onderhoud en de bemesting. “Ik voer daarnaast ook overleg met onze adviseurs. Van oktober tot ongeveer maart groeit het gras niet. Zeker in die periode is het belangrijk dat het stadionveld zo minimaal mogelijk belast wordt. Hierover maken we voor het seizoen begint met de technische staf van het eerste team duidelijke afspraken. Dan geven we aan wat ons beleid is. Daar kan de trainer-coach zich over het algemeen heel goed in vinden. Dus liever geen trainingen in het stadion in de wintermaanden.”
Natuurgras
Het veld van NEC werd door de aanvoerders van de teams uit de Jupiler League uitgeroepen tot beste grasmat. De Vereniging voor Contractspelers (VVCS) organiseert deze competitie sinds 2008. Voorzitter Danny Hesp van de spelersvakbond reikte de prijs uit aan Theo, Daan en Wim in het Goffertstadion. Het veld van NEC kreeg een beoordeling met een gemiddelde van vier op een schaal van 1 (slecht) tot 5 (topveld). Opvallend is dat de TOP 4 in het eindklassement bestaat uit clubs (NEC, Go Ahead Eagles, De Graafschap en Jong Ajax) die spelen op natuurgras. “Het verschil tussen ons en de nummer twee Go Ahead Eagles was slechts 0,1 punt. Een nipte overwinning dus”, aldus Theo. “Ik ken de meeste fieldmanagers van de andere teams vrij goed. We gunnen elkaar allemaal de prijs voor het beste veld. Het gaat erom dat we samen zorgen voor goede velden. Dat is en blijft een mooie uitdaging. Zeker met een beperkt budget. Al geeft het een heel voldaan gevoel dat we nu voor de tweede keer in een paar jaar tijd als winnaar uit de bus komen. Een mooie opsteker en een grote stimulans om op deze voet verder te gaan.”