BSNC heeft oog voor de diverse bloedgroepen binnen de vereniging en start daarom met de inrichting van vier platforms. Directeur Ben Moonen legt uit waarom. De aannemers en de gemeenten zijn al begonnen met het overleg binnen de eigen ‘club’. Coen Nell geeft aan wat de aannemers uitdaagt en Roy Roijakkers vertelt over de stand van zaken van het platform voor gemeenten. De adviseurs zijn nog niet zover. Sander Akkerman benadrukt dat zij eerst graag meer informatie willen over de invulling en het doel. Hij ziet op dit moment nog niet de meerwaarde van de platforms voor adviseurs.
Ben Moonen: “We investeren als BSNC graag in platforms voor de doelgroepen binnen de branchevereniging. Onze achterban is namelijk divers. Gemeenten, sportbedrijven, aannemers, adviesbureaus en ook leveranciers en kennisinstellingen praten met elkaar over het vakgebied. Dat is onze kracht en maakt dat we gezamenlijk nieuwe kennis en expertise ontwikkelen en delen. Omdat er bij afzonderlijke groepen behoefte bleek aan een ‘eigen’ overleg voor bijvoorbeeld meningsvorming, besloten we platforms in het leven te roepen. Afgelopen maanden zijn er dus al twee opgericht; één voor aannemers en één voor gemeenten en sportbedrijven. Met de platforms voor adviseurs en voor leveranciers. De aannemers zijn inmiddels met elkaar in gesprek. Het overleg voor het platform van de gemeenten is net gestart. Zij kunnen een actieve bijdrage leveren aan landelijke standpunten en goede input leveren aan de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG), waar onze expertise zeer wordt gewaardeerd. We verwachten dat we met de platforms een verdere impuls geven aan de dynamische kennisclub die we willen zijn. Zo dragen we als BSNC samen bij aan voldoende kwalitatieve en duurzame buitensportvoorzieningen in Nederland. Want daar staan we voor.”
Aannemers
Coen Nell, projectmanager Sport van Grontmij en bestuurslid van de BSNC, is tijdelijk actief als voorzitter van het zevenkoppige bestuur van PABA. Een afkorting die staat voor Platform Aannemers Buitensport Accommodaties. “Onze conceptplannen hebben we namens de groep van ongeveer veertig aannemers binnen de BSNC in februari afgestemd met het bestuur van de branchevereniging. Wij willen namens onze achterban als gesprekspartner fungeren van externe organisaties als NOC*NSF, VSG, de sportbonden en het College van Deskundigen. Tijdens het overleg staat het verbeteren van de kwaliteit van de buitensport-accommodaties centraal. Thema’s die we willen bespreken zijn initiatieven vanuit onze achterban, garanties, kwaliteitslabels, contracten, normeringen én zeker ook bestek (kwaliteit) omschrijvingen. Want juist daarin valt vaak een slag te maken en winst te boeken. En daarnaast is het goed met de verschillende platforms in discussie te gaan over de genoemde thema’s, deze uit te diepen en samenhang te creëren. Wij vinden het belangrijk dat een bepaald belang, bijvoorbeeld van ons als aannemers, gedragen wordt door de andere platforms.”
Leden van de BSNC-commissies hebben volgens Nell ook baat bij de overlegorganen. Wel hecht hij er veel waarde aan dat er duidelijke regels zijn over hoe deze gaan werken. Hij licht toe waarom hij voorstander is van de inrichting van de platforms. “Voor ons is het belangrijk om in eerste instantie als aannemers bepaalde onderwerpen, trends en ontwikkelingen te signaleren en daarna onderling te bespreken. En eventueel zo nodig voor te leggen aan de andere doelgroepen. Elke commissie telt bovendien één of twee vertegenwoordigers van elke bloedgroep. Als duidelijk is hoe het eigen platform denkt over een onderwerp dat in de markt speelt, is het makkelijker om namens de achterban in de verschillende commissies een duidelijke, eenduidige mening te ventileren. Voordeel van de platforms is dus ook dat je nieuwe ontwikkelingen sneller bespreekbaar kunt maken in je eigen club. Dat geldt natuurlijk ook voor de andere bloedgroepen.” Hij geeft een voorbeeld. “Stel: een gemeente is ontevreden over de kwaliteit van een type veld. Als navraag leert dat buurgemeenten dezelfde ervaring hebben, is het platform een uitgelezen podium om zorgen daarover te bespreken en te delen. En: kan er ook snel een oplossing gevonden worden.”
Gemeenten
Roy Roijakkers is in het dagelijks leven werkzaam als projectmanager sportvoorzieningen bij de gemeente Den Haag. “Het BSNC-platform voor gemeenten en sportbedrijven staat nog in de kinderschoenen. We sluiten aan op het initiatief van de zogenaamde BIG7, een coalitie van zeven grote gemeenten in Nederland. Speerpunt van deze club was in eerste instantie kennisdeling en het opstellen van een soort standaardbestek voor kunstgras. Ondanks de successen die we als BIG7 behaalden, liepen we ook steeds meer tegen beperkingen aan van de niet-formele status van dit overleg. Zo hadden we als groep geen officiële status richting NOC*NSF en de sportbonden en ook een degelijke organisatie met een secretariaat ontbrak. Daarom zijn we in 2015 op zoek gegaan naar een nieuwe vorm. Daarbij voerden we intensieve gesprekken met BSNC en VSG.”
De belangrijkste eisen aan de nieuwe organisatie zijn volgens Roijakkers dat kennisdeling plaatsvindt binnen zowel de eigen bloedgroep als tussen bloedgroepen. “Tevens is de belangenvertegenwoordiging voor ons erg belangrijk. We willen in het nieuwe BSNC-platform graag met collega’s van andere gemeenten sparren over gezamenlijke problemen en kansen. Door kruisbestuiving tussen de diverse platforms proberen we te komen tot continue kwaliteitsverbetering en een betere afstemming van vraag en aanbod.”
Roijakkers vervolgt: “De belangenvertegenwoordiging gebeurt via de VSG. B innen het BSNC-platform brengen we zaken in die we bespreken en filteren. Wanneer we verwachten dat de VSG onze belangen op een bepaald punt het beste kan behartigen, brengt het platform dat in bij de VSG. Zowel de voormalige BIG7-leden als de BSNC-leden, die aanwezig waren tijdens de startbijeenkomst van het platform in september 2015, rekenen erop dat het platform invulling geeft aan de behoefte die bij veel gemeentelijke opdrachtgevers bestaat. Dit is naar mijn mening een prima vertrekpunt om het platform in de komende periode handen en voeten te geven.”
Adviseurs
Sander Akkerman, vestigingsdirecteur van KYBYS Ingenieurs en Adviseurs in Meppel, ziet nog geen heil in het oprichten van platforms en wil zoals gezegd graag eerst een nadere onderbouwing van het bestuur van de BSNC over het hoe en waarom van het opstarten van de overlegorganen. “Op dit moment bestaat bij ons de vrees dat het instellen van de verschillende overlegorganen de verkeerde grondslag heeft, namelijk het behartigen van belangen van bloedgroepen én het behouden van leden voor de BSNC. Dat hebben we hen inmiddels ook laten weten”, geeft Akkerman aan. “Wij voelen ons zeer betrokken bij de BSNC en zijn sinds de oprichting heel actief in de werkgroepen en commissies. Bovendien staan we helemaal achter de missie van de branchevereniging om met elkaar kennis en informatie te delen. Het opstarten van overlegplatforms, met eigen besturen, staat hier naar onze mening haaks op.”