Ook Michael Welten trad -net als Bas Reinds- een half jaar geleden aan als nieuw bestuurslid bij de BSNC. Hij is in het dagelijks leven werkzaam als accountmanager bij NV SRO. “De diversiteit aan onderwerpen die aan bod komen in mijn nieuwe rol bij de BSNC is een verrijking voor mezelf en de organisatie waarvoor ik werk”, stelt hij.
“De ontvangst in het bestuur was ook allerhartelijkst”, vertelt Michael. “Dat was alvast een goed begin. En daarna ben ik gelijk tot de conclusie gekomen dat het bestuurswerk ook veel vraagt. Er speelt veel, op alle niveaus. Het is mooi dat je in deze rol een totaalbeeld krijgt van alles wat er in de branche gebeurt. Alle belangen komen op tafel. Normaal gesproken kijk ik altijd vanuit onze rol als opdrachtgever naar ontwikkelingen. Nu doe ik meer inzichten op. Die neem ik beslist mee in mijn eigen werk. Dat verrijkt me en is goed voor de organisatie waarvoor ik werk.”
Uitwisseling en positionering
Michael beseft zich ook dat het lastig is om de brede dynamiek en het scala aan onderwerpen te communiceren met alle leden. “Natuurlijk delen we veel via de nieuwsbrief en de website, tijdens bijeenkomsten en via de platforms. Het is belangrijk dat we alle facetten vanuit ieders perspectief laten zien. Misschien dat we daarin nog stappen kunnen zetten. Dat geldt ook voor de uitwisseling tussen de platforms en ten aanzien van de positionering van de BSNC binnen de hele sportsector. Voor wat betreft het laatste zou het goed zijn als we onze rol nog sterker kunnen neerzetten. Daarnaast zou ik graag de samenwerking met partners in de sport verder verdiepen. Er speelt zoveel, van beleid tot in de operatie. Als je samenwerkt en je krachten bundelt, krijg je meer voor elkaar.”
Innovaties uitproberen
De accountmanager brengt ook veel kennis en ervaring mee vanuit zijn werk bij SRO. “Ik loop regelmatig mee met de mannen die bij ons in de uitvoering werkzaam zijn. Zo weet ik steeds meer en kan ik overal meepraten en de juiste vragen stellen. Ik houd er wel van om mensen af en toe uit te dagen en anders te laten denken of bepaalde innovaties te proberen.” Hij geeft een voorbeeld. “Een paar keer per week rijden we met de maaier op en neer van Haarlem naar Zandvoort om een paar velden te maaien. Ik heb de mannen nu voorgesteld om een robotmaaier te kopen om die velden te maaien. Dat bespaart niet per se geld, maar het is wel beter voor het milieu. Het is mooi als we dit soort innovaties uitproberen. Onder onze leden zit zoveel vakmanschap en vindingrijkheid. Dat zou nog meer kunnen leiden tot duurzame innovaties en het gebruik van nieuwe technieken. Natuurlijk gebeurt er al veel op dit gebied, maar zou goed zijn als we dat als branchevereniging nog meer kunnen stimuleren. De coronacrisis, waarbij we opeens dingen helemaal anders moeten én kunnen doen, laat zien dat we tot veel meer in staat zijn dan we voorheen dachten. Kijk maar eens naar de spreiding van het onderhoud. Twee jaar geleden is daar nog een alarmsignaal over afgegeven en vond iedereen het heel lastig om daar anders naar te kijken. Nu is het opeens geen issue meer. Als het moet, kan er veel anders. Laten we met elkaar in de nabije toekomst vaker urgentie creëren voor verandering.”
Samen verschil maken
Michael ziet dat het werk binnen de BSNC grotendeels verzet wordt door de leden. “Iedereen doet dat naast zijn werk, op vrijwillige basis. Dat vraagt soms veel van mensen. Tegelijkertijd levert het je veel op. Als we de taken goed verdelen, kunnen we samen meer werk verzetten. Het zou goed zijn als alle leden actief zijn. Daarom is het belangrijk om te zorgen voor een duidelijke introductie van nieuwe leden. Dan kan iedereen meteen een rol pakken. En als iemand minder actief is, toch samen het gesprek kunnen aangaan om te vragen wat iemand graag oppakt. We zijn toch een soort van coöperatie, waarbij we alleen samen het verschil maken.”