In de rubriek ‘In The Picture’ staat iemand uit de wereld van sport en cultuurtechniek centraal. De persoon in kwestie gaat aan de hand van tien vragen in op zijn of haar werk en leven. In deze aflevering: Wim Bekkers (64), beleidsmedewerker bij de Brabantse gemeente Meierijstad. Wim (bekend van de ‘Schijndelse methode’) gaat na een lange carrière per 1 oktober met pensioen.
Nog even en dan komt een einde aan jouw werkzame leven. Hoe kijk je terug op je loopbaan?
“Met een heel positief gevoel. Na mijn studie Tuin- en Landschapsinrichting, ontwerpen
aan de Rijks Hogere School voor Tuin- en Landschapsinrichting (RHSTL) in Boskoop werkte ik vanaf 1982 ruim vijf jaar bij de gemeente Amsterdam. Daar heb ik als ontwerper openbare ruimte en groenvoorzieningen ervaring opgedaan. En ook veel opgestoken op bouwkundig en architectonisch gebied. Daarna had ik twee opties. Medio 1987 kon ik aan de slag als hoofd Groen in de nieuwe deelgemeente Watergraafsmeer (Amsterdam-Oost) of in dezelfde functie gaan werken in het Brabantse Schijndel. Dat ligt vlakbij Sint-Oedenrode, het dorp waar ik ben geboren en getogen en sinds begin jaren negentig weer woon. Ik koos ervoor om terug te gaan naar mijn roots.“
“De functieomschrijving bij de gemeente Schijndel veranderde later van hoofd groen naar senior beleidsmedewerker. Per 1 januari 2017 is het dorp opgegaan in de bijna tachtig duizend inwoners tellende fusiegemeente Meierijstad, samen met de kernen Veghel en Sint-Oedenrode. Dat zorgde voor genoeg uitdagingen: een anders ingerichte, grotere organisatie en nieuwe mensen. Mijn takenpakket veranderde enigszins. Zo besteed ik nu minder tijd dan voorheen aan het beheer en onderhoud van de buitensportaccommodaties. Ik houd me als beleidsmedewerker groen en ontwikkeling namelijk ook bezig met het openbaar groen; meer dan in mijn jaren als medewerker van de gemeente Schijndel. Ambtenaar, in de zin van het clichébeeld -iemand die vanachter een stoffig bureau zijn werk doet- heb ik me overigens nooit gevoeld. Ik ben een doener, een jongen van de praktijk en van de schouders eronder zetten. Een echte aanpakker. Ik houd niet zo van bureaucratie. Zeker niet als burgers het daardoor onnodig lastig gemaakt wordt. Ik heb mijn loopbaan enigszins afgebouwd. Sinds 1 januari werk ik in plaats van fulltime nog drie dagen in de week.”
Je bent samen met Frans van den Bergh en Wout van de Meerendonk een van de ‘uitvinders’ en bedenkers van de ‘Schijndelse methode’. Belangrijkste kenmerk van deze werkwijze is het ultrakort maaien van de sportvelden. Je staat in de branche te boek als een pionier op het gebied van het chemievrij beheren en onderhouden van de sportvelden. Blijf je met al jouw ervaring en kennis nog in een bepaalde rol verbonden aan de gemeente Meierijstad?
“Hoewel ik straks geen werknemer meer ben van de gemeente Meierijstad, ben ik altijd bereid om adviezen te geven. Zeker waar het gaat om de Schijndelse methode. Die is overigens niet van de ene op de andere dag ontstaan. Een van de belangrijkste uitgangspunten van het Schijndelse Groenstructuurplan (1992) was: geen chemische gewasbeschermingsmiddelen meer in het openbaar groen. Dat betekende destijds voor ons: óók geen chemie meer op de sportvelden. Om daar invulling aan te geven, was het zaak te experimenteren met een team. Samen met Wout en Frans zijn we begin jaren negentig op bescheiden schaal begonnen en methodieken gaan uitproberen, verbeteren en door-ontwikkelen. Door de velden extreem kort te maaien, verwijderen we alle onkruiden en oneffenheden. Waarbij we er wel voor zorgen dat de groeipunten van de grasplantjes behouden blijven. Dat gebeurt een paar keer per jaar. Op die manier realiseren we de super strakke velden met een minimum aan onkruid waar Schijndel om bekend staat. De methode passen we nu toe op alle grassportvelden in de gemeente Meierijstad. Wout is al enkele jaren met pensioen, Frans gaat waarschijnlijk nog een paar jaar door. Hij is de fieldmanager van de gemeentelijke sportvelden. Binnen de huidige organisatiestructuur zijn mijn taken herverdeeld. Ik heb een prima opvolger. De continuïteit van het beheer en de hoge kwaliteit van onze velden is bij Frans in goede handen. Dat zit wel goed, beter kan niet.”
Hoe zou jij jezelf willen typeren als mens en als werknemer?
“Ik ben een teamplayer. Ik maak graag dingen mogelijk en geef daarbij veel vertrouwen aan collega’s. Mijn motto luidt: ‘als iets goed is, twijfel niet te lang en voer het uit’. Ik ben een man van knopen doorhakken. Altijd gedreven en gemotiveerd om creatieve ideeën te ontwikkelen. De Schijndelse methode is daar een uitstekend voorbeeld van. Wout en Frans brachten die werkwijze in de praktijk en ik heb de afgelopen tien jaren de achtergronden van deze succesvolle techniek naar de buitenwereld uitgedragen. Dat mag ik binnenkort nog een keer doen tijdens het BSNC-Congres ConGRAS op 25 september in nationaal sportcentrum Papendal en na mijn afscheid van de gemeente tijdens de themadag ‘Duurzame Sportcomplexen’ op 10 oktober in Meierijstad.”
Had je als kind al interesse in sport en cultuurtechniek?
“Als kind was ik nooit zo sportief aangelegd. Ik ben opgegroeid op de boerderij. De echte liefde voor groen en de passie voor het beheer van buitensportaccommodaties is pas later gekomen. Zo rond het einde van mijn middelbare schooltijd. Toen kreeg ik steeds meer belangstelling voor onderwerpen als cultuurtechniek, het realiseren van een goed sportveld en het draineren van grasmatten. Ik herinner me nog goed dat ik in 1987 in dienst trad bij de gemeente Schijndel. Een van mijn eerste klussen was om een plan te maken voor het renoveren van de sportvelden. Ze konden mij geen groter plezier doen. Een betere start kon ik mij niet wensen. Dat resulteerde in goede velden waarop we later dus de Schijndelse methode ontwikkelden.”
Hoe ontspan jij je? Wat zijn je hobby’s?
“In mijn vrije tijd schilder ik waarbij de natuur altijd een grote inspiratiebron is. Bovendien maak ik zelf wijn en likeurtjes. Een mooi proces van oogsten, persen en gisten van mijn eigen rode en witte druiven en kersen. Verder fiets ik regelmatig met mijn vrouw Marianne, tuinier ik graag en houd ik kippen, geiten en damhertjes. Heel leuk om die dieren te verzorgen. Klussen in en om het huis doe ik ook met plezier. Verder genieten we volop van ons gezin en ons kleinkind Thijs en inmiddels is er een tweeling op komst. Daar verheugen we ons op.”
Waar kunnen ze jou ’s nachts voor wakker maken?
“Voor belangrijke sportwedstrijden tijdens de Olympische Spelen en grote evenementen als de maanlanding met de Apollo 11 in 1969. Toen zette de Amerikaanse astronaut Neil Armstrong als eerste mens voet op de maan. En als het over eten gaat: pastagerechten. Heerlijk!”
Is er een persoon waar jij je aan spiegelt. Een inspiratiebron?
“Mijn vader is voor mij nog steeds een echte inspiratiebron. Een harde werker die heel handig was en in mijn ogen alles kon maken. Hij luisterde altijd goed en voorzag ons vervolgens van goede raad. Ik heb veel geleerd van hem.”
Op welke gebieden kunnen er in de wereld van de sport en cultuurtechniek stappen gezet worden? Waar liggen de toekomstige uitdagingen?
“Hoewel er al enkele jaren een verbod is op het toepassen van chemische middelen, is het vanwege de Green Deal Sportvelden nog steeds mogelijk om deze via een afbouwmodel te gebruiken. Binnenkort mag dit écht niet meer. Veel beheerders moeten echter nog flinke stappen maken. Zonder chemie kunnen ze zich niet meer verschuilen. Duidelijk is dat het beheer door die ingrijpende maatregel in de meeste gevallen met hogere kosten gepaard gaat. BSNC, het bedrijfsleven en het onderwijs spelen een belangrijke rol om het bedenken van goede en innovatieve maatregelen te stimuleren en te bevorderen. Ze geven daar op een goede manier invulling aan. Heel belangrijk is de bijdrage die een instelling als HAS Hogeschool levert. Daar leiden ze immers de fieldmanagers van de toekomst op. Gelukkig maakt de school hier nu echt werk van. Ze besteden serieus aandacht aan het toekomstige verplichte chemievrije beheer. Een prima ontwikkeling waar ik hen jarenlang bij diverse gelegenheden op heb geattendeerd. Punt van zorg was, is en blijft de algen- en mosgroei in kunstgrasvelden. Bestrijding van algen en mossen is nodig voor een goede doorlatendheid van de velden en voor het voorkomen van blessures. Daar moeten we in de branche heel alert op blijven. Ik verwacht dat de nieuwe generatie kunstgrasvelden (non-infill) hier een positieve bijdrage aan levert. ”
Stel dat je keuze op een ander vak was gevallen. Welk beroep had je dan graag uit willen oefenen?
“Vroeger leek de wereld van de elektrotechniek mij ook wel wat. Het is voor iedereen goed geweest dat ik daar niet in door ben gegaan. Als ik alles mocht overdoen, koos ik dezelfde route. Ik heb daar geen enkele spijt van. ”
Tenslotte: hoe gaat jouw leven eruit zien na jouw afscheid van de gemeente Meierijstad op 1 oktober?
“Ik krijg meer tijd voor al mijn hobby’s. Mijn plan is om de komende maanden te ervaren hoe het nieuwe leven bevalt en zeker niet halsoverkop in te gaan op allerlei verzoeken om bijvoorbeeld als vrijwilliger aan de slag te gaan. Eerst maar eens lekker genieten van mijn vrijheid. Dan zien we wel verder.”