Enkele media omschreven het al als een ‘doorbraak in de Eredivisie’: vanaf 2020 zouden alle clubs uit de hoogste afdeling van het Betaald Voetbal verplicht gaan spelen op natuurgras. De realiteit is toch duidelijk weerbarstiger, aldus facilitair manager Rico Salomons van Stadion Feijenoord en de BVO Feyenoord.
Het plan dat alle Eredivisieclubs vanaf het seizoen 2020/2021 verplicht moeten voetballen op natuurgras maakt deel uit van de zogeheten veranderingsagenda. “Ook de verdeling van de televisiegelden, de invulling van de nieuwe voetbalpiramide en een andere competitieopzet zijn onderwerp van gesprek binnen de Eredivisie CV. Dit is de commanditaire vennootschap waarin alle achttien clubs uit de hoogste Nederlandse betaald voetbalklasse verenigd zijn”, aldus Rico.
Hij vervolgt: “Een besluit over het spelen op natuurgras is nog ver weg. Daarvoor liggen de standpunten van de verschillende BVO’s te ver uiteen. Vooral de minder draagkrachtige clubs gaan niet zomaar overstag. Die kopen liever een goede speler dan te investeren in een natuurgrasveld. Ik begrijp die clubs wel, gezien hun financiële situatie. Het gebeurt echter wel op het veld. Als we met z’n allen willen dat Nederland op internationaal niveau weer mee gaat tellen als voetbalnatie moeten we toch knopen doorhakken. Kunstgras is voor de breedtesport geweldig, topvoetbal is een heel ander verhaal. De KNVB heeft aangegeven dat het besluit over het verplicht spelen op natuurgras bij de Eredivisie CV ligt. Concreet gezegd: het moet vanuit de clubs komen.”
Gemiste kans
Rico spreekt over een ‘gemiste kans’. “Het is heel jammer dat de clubs niet op een lijn zitten. De technisch directeur van Feyenoord Martin van Geel is samen met collega’s als Marcel Brands -die na een lang dienstverband PSV inmiddels heeft verruild voor het Engelse Everton- een echte voorvechter van natuurgras. Helaas stellen veel clubs het eigen belang boven het algemeen belang. De huidige status is dat er nog verschillende onderzoeken moeten volgen. Wat de Eredivisie CV precies wil onderzoeken, is mij niet geheel duidelijk. Eén ding is wel helder als glas: consensus is nodig om besluiten te bekrachtigen. Dat zie ik op dit moment niet snel gebeuren.”
Toch is er volgens Rico nog hoop. “Een van de opties om het verschil in financiële draagkracht te ondervangen, is het onderhoud van de velden met elkaar te regelen en onder meer graszaden, meststoffen en machines gezamenlijk in te kopen. Misschien dat deze oplossing soelaas biedt. Laten we het hopen. Clubs moeten over hun eigen schaduw heen durven stappen. Alleen dan verschijnt er licht aan het einde van de tunnel.”