Maastricht en Venlo zijn twee gemeenten met een duidelijke visie op het beheer van (buiten)sportaccommodaties. Beide Limburgse steden investeren bewust in structureel en kwalitatief goed onderhoud van natuurgrasvelden. Waarbij de BSNC-leden ook aandacht hebben voor de positieve effecten op het gebied van leefbaarheid en duurzaamheid. Want: grasvelden dragen bij aan een beter milieu.
Coen Janssen werkt sinds anderhalf jaar als coördinator buitensportaccommodaties van de gemeente Maastricht (122.000 inwoners). In die periode heeft hij zich onder anderen met zijn collega Edwin Smeets hard gemaakt voor de meerwaarde van natuurgras. Met succes. “Toen ik hier begon in juni 2016 investeerde de gemeente nog weinig in de kwaliteit van grassportvelden. Bovendien was er sprake van achterstallig onderhoud. Daar is gelukkig verandering in gekomen. De gemeenteraad stemde in met een beleidsprogramma van vijf jaar en stelde hiervoor financiële middelen beschikbaar. Het geld is bedoeld om de sportaccommodaties op een hoger niveau te brengen. Daarbij gaat het met name om het -in nauwe samenwerking met een aannemer- goed en intensief onderhouden van de voetbalvelden. Onder meer door deze twee keer per jaar te beluchten, indien nodig te bezanden en extra aandacht te besteden aan de doelgebieden. Kunstgras is een prima voorziening voor de trainingen. Ons doel is wedstrijden zoveel mogelijk op natuurgras af te werken: liefst op leefbare matten met een rijk bodemleven. Bij de keuze voor een sportvoorziening is vaak weinig aandacht voor de leefbare en duurzame aspecten. Terwijl de meerwaarde van natuurgras voor het milieu groot is. Ze leggen onder meer CO2 vast.”
Groot onderhoud
Coen geeft aan dat het voor aannemers vaak lastig is om op tijdstippen onderhoud te plegen, die daarvoor het meest geschikt zijn. “We kijken daarom al over de uitvoering van het huidige vijfjarige beleidsprogramma heen. Het plan is om het onderhoud na deze periode op te knippen en uit te besteden aan verschillende aannemers. Die gaan zich dan richten op het maaien van de velden en het bijhouden van het groen. Terwijl andere bedrijven het grootonderhoud van de accommodaties en ook de speelvoorzieningen in de gemeente voor hun rekening nemen. Voor mij en mijn collega’s wacht straks een mooie opdracht. Namelijk om de raad ervan te overtuigen ook hiervoor een zakje met geld vrij te maken. De komende vier jaar is het eerst zaak om het huidige succesvolle onderhoud te continueren in de twaalf nog aanwezige sportparken. Samen met aannemer Dolmans uit Bunde en de ongeveer 200 sportclubs.”
Onderzoek
Dat grassportvelden bijdragen aan een beter milieu bleek onlangs uit onderzoek van de BSNC en Plantum. De twee brancheverenigingen zochten uit wat de meerwaarde is van sportgras voor het klimaat, gezondheid en duurzaamheid. Duidelijk werd dat natuurgras veel voordelen biedt. Zo versterken ze de biodiversiteit (rijkdom van de natuur) en de groenblauwe structuur (parken, bossen, beken en kanalen) in de stad. Sportgras zorgt ook voor een positief effect op de gezondheid en het welzijn van mensen. Grassportvelden vangen fijnstof en dempen het ‘hitte-eiland effect’. Dit is het fenomeen dat de temperatuur in een stedelijk gebied gemiddeld hoger is dan in het omliggende landelijk gebied. Sportgras levert ook een aantoonbare meerwaarde aan de beleving van de omgeving. Oók als er geen activiteiten plaatsvinden, wat uiteindelijk het grootste deel van de tijd het geval is. De exploitatiekosten van sportgras zijn relatief laag. Zeker bij kleinere verenigingen is het daarom mogelijk de huurprijzen binnen de perken te houden. Buitensport blijft zo in de toekomst voor iedere bevolkingsgroep betaalbaar.
Hybride veld
De Noord-Limburgse stad Venlo (100.000 inwoners) is een voorbeeld van een gemeente met vrijwel alleen velden van natuurgras. In groot-Venlo (Venlo, stadsdelen Blerick en Tegelen en de dorpen Arcen, Lomm, Velden en Belfeld) liggen ongeveer 75 grassportvelden, één GrassMaster hybride veld en een paar met kunstgras als ondergrond. Daarnaast onder meer acht hockeymatten, zowel zand-ingestrooide als semi-watervelden en reguliere watervelden. “Kunstgras is een prima oplossing als bijvoorbeeld het uitbreiden van een sportpark geen optie is”, benadrukt rayonleider sport Peter Swinkels, sinds 1 oktober 2016 werkzaam bij de gemeente Venlo. “Als je door goed beheer de conditie en kwaliteit van natuurgrasvelden op een hoog peil houdt, is het niet nodig om over te stappen op kunstgras. Daar hangt natuurlijk een flink prijskaartje aan. Dat scheelt in de kosten. Bijkomend voordeel is dat natuurgras aantoonbare meerwaarde heeft voor de leefbaarheid en duurzaamheid in de gemeente. We werken in Venlo zoveel mogelijk met natuurlijke producten en voorzieningen.“
Progressief
Het accent ligt in Venlo dus overduidelijk op natuurgras. Peter zorgt samen met twee collega’s voor het dagelijkse onderhoud van de in totaal veertien sportparken. “In het begin moesten ze bij de gemeente een beetje wennen aan mijn visie. Ik ben vrij progressief, bereid te investeren in de kwaliteit van de velden en leg de lat hoog. Dat bereik je onder meer door goed in de grond te kijken en daar het onderhoud op aan te passen. De planning van de te volgen werkzaamheden is strak en de lijnen met de aannemers waarmee we samenwerken en de betrokken clubs zijn kort. Dat werkt heel prettig”, aldus Peter. “Het is goed om te horen dat de voorzitters van de verenigingen heel tevreden zijn over onze werkwijze en de kwaliteit van de velden. De afspraak is dat ze op tijd aan de bel trekken als er zich problemen voordoen met het beheer en onderhoud. Op die manier kunnen we snel in actie komen en tijdig passende maatregelen nemen. Nu de bladeren vallen, is het bijvoorbeeld belangrijk om de velden regelmatig met de veegmachine schoon te houden. De aannemer houdt mij met wekelijkse rapportages keurig op de hoogte van de stand van zaken. Zo houden we de velden ook in de herfst- en wintermaanden goed bespeelbaar en veilig. Dat is uiteindelijk het doel waar we ons maximaal voor inzetten en helemaal voor gaan.”