“De European Synthetic Turf Counsil (ESTC) zit 1, 2 stappen van de dagelijkse aanbestedingspraktijk af. Die afstand willen wij graag verkleinen door samen te werken met de BSNC om zo tot een optimale kennisuitwisseling te komen”, aldus ESTC-board member Arnoud Fiolet. Een interview in 6 vragen.
Vraag 1: Wat is de ESTC en wat is jouw rol daarbinnen?
“Ik ben al best lang actief in de nationale en internationale organisaties van Synthetic Turf. Dat begon in 2006. Ik ben de oprichter en voorzitter van de toenmalige ESTO (European Synthetic Turf Organisation). Opgericht om een meer gecoördineerd antwoord te geven op rubberproblematiek en met name op de vraagstukken over de correlatie tussenrubberkorrels in het sportveld en kanker. Er werd veel onzin geroepen in de verschillende media en we vonden het als industrie belangrijk om daar pan-Europees een gecoördineerd antwoord op te geven. Dat heb ik tot 2009 gedaan.”
Toen echter in 2015 de STC (Synthetic Turf Council uit Amerika) Fiolet benaderde om een dependance in Europa op te zetten en te begeleiden zei hij geen nee. Mede omdat de toenmalige voorzitter niet structureel met de Amerikanen wilde samenwerken, terwijl dat wel van belang was om een mondiale kunstgrasorganisatie te hebben. Als volwaardige gesprekspartner voor FIFA – FIH en World Rugby.
Na vertrek van die voorzitter van de ESTO zijn de twee Europese Synthetische turf-organisaties gefuseerd en werd de (E)STC opgericht, een mondiale organisatie met een Europese en Amerikaanse afdeling.
“En zo trad ik in 2024 toe tot de board van ESTC. In mijn rol als kritische meedenker met de focus op netwerken en marketingcommunicatie ben ik bezig met alle vraagstukken en dossiers rondom kunstgras die nu spelen en die aandacht behoeven.”
Vraag 2: Hoe zie jij de samenwerking tussen ESTC en BSNC?
“Ik geloof dat partijen vriendelijk zijn naar elkaar”, leidt Arnoud zijn antwoord in. “Wij begrijpen elkaars toegevoegde waarde goed en dat is belangrijk. Over algemeen is de ‘reikwijdte’ van de ESTC tot op het niveau van producenten en leveranciers. Een nationale organisatie als de BSNC kijkt verder naar de partijen die zaken doen met de klant (zoals de aannemers). Zo zie ik een overlap van belangen en interesses, en ook zie ik de eigen rol die de organisaties spelen. De BSNC maakt de vertaalslag op nationaal niveau en haalt tegelijkertijd de wensen en behoeften van dit lokale niveau op en maakt deze bekend bij de ESTC.”
Vraag 3: Welke kansen en uitdagingen zie je als we kijken naar de kunstgras en andere ondergronden van sportvelden?
“We moeten en willen kort op de bal spelen. Ik denk dat er de komende jaren steeds meer gereguleerd gaat worden. Dan is afstemming met dat wat bij de klant (de gemeente; de aannemer-Red.) en in de praktijk gebeurt belangrijk. En ook hoe je dat vertaalt naar de wetgevers in de EU. Dit proces kan nog gestroomlijnder vind ik.”
“Bijvoorbeeld. Een dossier dat de komende jaren belangrijker gaat worden is dat van de secundaire microplastics. Deze niet bedoelde microplastics worden onderdeel van gesprek. En uiteraard gaat dat gaat verder dan alleen de sport en is het veel breder dan alleen kunstgras, maar het is zeker belangrijk dat wij daar ook op anticiperen.”
“Vijf jaar geleden werden wij verrast door de oplaaiende discussie over microplastics. En heeft de ESTC vanuit de rebound moeten optreden. Nu willen we meer proactief optreden. Hoe? Door meer en eerder samen op te trekken. De ESTC heeft daarom programma’s opgestart met universiteiten met bijvoorbeeld de onderzoeksvragen: Wat is het probleem, wat zijn secundaure microplastics, hoe kunnen we die beperken. Hoe voorkomen we schade aan het milieu door aanpassen van het onderhoudsregime? Dus op het moment dat het gaat spelen; dan willen we goed beslagen en data gedreven ten ijs komen! “
Vraag 4: Hoe geven we onze samenwerking verder vorm en inhoud?
“De BSNC is lid van de ESTC, dat is al stap 1. De ESTC wil graag in gesprek zijn en blijven met de BSNC en vraagt daarvoor dat de BSNC aan haar kant de kunstgrasmarkt goed begrijpt en vertegenwoordigt. Zoals ik al eerder zei: de ESTC zit 1 of 2 stappen van de dagelijkse aanbesteding van projecten af. Wij willen die afstand graag verkleinen en dat gaat als we de juiste informatie over en weer geven.”
“Ik zou het mooi vinden als op het jaarlijkse BSNC-congres ook de ESTC aanwezig is. En anderzijds vragen wij dan om een afvaardiging van de BSNC naar ons congres van de ESTC. Deze was overigens afgelopen week in Berlijn, dus volgend jaar nieuwe kansen!”
Vraag 5: Wat is volgens jou de grote uitdaging voor de komende jaren?
“Dat heeft te maken met de heersende publieke opinie over kunstgras (sportvelden). We zien in een aantal landen, ook in Nederland, dat men zegt: ‘Het is kunstgras, dus plastic, dus slecht voor de natuur’.”
“Ik denk (als kunstgrasman): het is nooit of-of, altijd een en-en. De scheidslijn wordt bepaald op basis van technologische mogelijkheden en wat de wensen zijn ten aanzien van een nieuw of een te renoveren sportveld. Die wensen en eisen gaan bijvoorbeeld over exploitatie, ruimte, gemak, speeluren, vergrijzing van de sporters, watertekort of -overschot. En wat mij betreft, kies je voor een grasveld, als er geen probleem is op deze vlakken Maar is er wel een probleem en kan je dit oplossen door kunstgras, dan kies je daarvoor. Ik pleit ervoor om gras en kunstgras niet tegenover elkaar zetten maar duidelijk te maken dat de beiden een rol hebben in de maatschappelijke sportfunctie. Dat gaat nooit alleen met kunstgras en nooit alleen met natuurgras. Dus geef de ruimte aan elke klant om een keuze te maken die bij hem of haar past. Maar ik merk op veel forums en ook op congressen dat de tegenstelling nog vaak scherp wordt neergezet, ..onnodig”.
Tot slot: “Ik vind dat we als branche meer en beter moeten gaan vertellen wat we goed doen en hoe we dat doen. Met de aanleg en het beheer en onderhoud van alle sportvelden bieden wij wekelijks miljoenen mensen de kans om te sporten en helpen wij zo de maatschappij gezond te houden. Laten wij deze boodschap samen uitdragen, de ESTC en de BSNC! “
Vraag 6: Wie is Arnoud Fiolet en waar werkt hij?
“Ik ben eigenaar en managing partner van RSI SPORTS Group, wij zijn expert in duurzame & innovatieve sportinfrastructuur. Hiermee bedoel ik dat we ons richten op “het veld” met producten die het veld vorm geven dan wel onderhouden met producten die in de verschillende segmenten zeer innovatief en duurzaam zijn.”
“Wij hebben bijvoorbeeld onze grasgroeiverlichtingssystemen geleverd aan Real Madrid in het Estadio Santiago Bernabéu aan de hand van de gepatenteerde CLS technologie. Een andere gepatenteerde innovatie is ons Circular Turf Concept, bestaande uit Grass2Grass, kunstgras in zijn geheel gemaakt van de “coca cola fles” of wel PET en Easylock panels waarmee we naar een andere manier van een onderbouw constructie gaan, door middel van panels die we vervolgens kunnen maken uit oude kunstgrasvelden. We zorgen er dus voor dat we geen nieuw end of life probleem creëren met de toepassing van PET en we lossen simultaan de kunstgrasberg op door 3 velden in de onderbouw van 1 nieuw veld toe te passen. Een unieke combinatie.”